Publieksdag ‘Nieuwe pelgrims’
Op 22 juni 2018 organiseerde de Camino Academie een publieksmiddag rond de promotie van Suzanne van der Beek, met als onderwerp “Nieuwe pelgrims”. Suzanne is bestuurslid van het Genootschap en lid van de stuurgroep van de Camino Academie. Op 18 juni 2018 promoveerde zij aan de Universiteit van Tilburg op haar proefschrift met de titel New Pilgrim Stories – Narratives, Identities, Authenticity. De bijeenkomst vond plaats in een uitverkocht Auditorium van het Museum Catharijneconvent Utrecht.
Thema:
Op de publieksdag presenteert ‘de jonge doctor’ voor belangstellenden haar proefschrift, Hierin onderzoekt ze de verhalen die moderne pelgrims vertellen, zowel online als offline, en wat het in de moderne tijd betekent om pelgrim te zijn. Op de dag vertellen ook enkele andere onderzoekers over moderne ontwikkelingen rond rituelen en spiritualiteit. Zo gaat William Arfman, onderzoeker aan de Universiteit van Tilburg, in op de dynamiek van hedendaagse collectieve rituelen. Joëlle van Dijk, die afstuurde met een masterscriptie over de Camino, probeert in beeld te krijgen wie de moderne pelgrim eigenlijk is. En Bert Groenewoudt, senior onderzoeker bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, vertelt over informele uitingen van hedendaagse spiritualiteit langs de Camino Frances. Thijs Hanrath, troubadour, zorgt voor afwisseling met pelgrims- en wandelliederen. In gesprek met de zaal komen ook de eigen ervaringen van pelgrims met sociale media en moderne apparatuur tijdens de bijeenkomst aan de orde. Dagvoorzitter is Paul Post, hoogleraar rituele studies aan de Universiteit van Tilburg
Verslag:
De dagvoorzitter, Paul Post (hoogleraar rituele studies), verwelkomt alle aanwezigen en licht de achtergrond van de bijeenkomst toe. Vervolgens geeft hij een inleiding op de diverse betekenissen die de aanduiding ‘nieuwe pelgrims’ kan hebben. Waarin zijn nieuwe pelgrims anders dan vroeger? Dat nieuwe kan op veel duiden, zoals nieuw gedrag, nieuwe groepen, nieuwe ervaringen, nieuwe media en nieuwe vragen.
Nieuwe pelgrims – verhalen, identiteiten, authenticiteit.
Dr.! Suzanne van der Beek vertelt over haar promotieonderzoek; hoe dat onderzoek tot stand kwam en wat de bevindingen uit haar onderzoek zijn. Centraal in het onderzoek staat de vraag hoe moderne pelgrims verschillende verhalen, zowel online als offline, gebruiken om hun identiteit vorm te geven. Het onderzoek focust zich op Nederlandse pelgrims op de Camino de Santiago. Ze startte haar onderzoek met het verzamelen van pelgrimsverhalen via lezen en interviews. Daaruit kwamen twee belangrijke ervaringen naar voren: pelgrims worstelen vaak met hun verhalen omdat het moeilijk is om bijzondere ervaringen uit te drukken. En voor pelgrims die geïnterviewd worden is het belangrijk dat de onderzoeker zelf ook gepelgrimeerd heeft. Op grond daarvan besloot ze zelf ook op pelgrimstocht te gaan, samen met haar moeder als camino-maatje die bovendien voor haar allerlei sociale contacten op de Camino opende. Voor haar onderzoek had die ervaring een meerwaarde omdat het gemakkelijker werd om de verhalen van de pelgrims te plaatsen. Het vormde echter ook een risico omdat ze hiermee heel dicht bij haar onderzoeksobjecten kwam te staan.
Het onderzoek is gestructureerd in drie delen, t.w. verhalen, identiteiten en authenticiteit. Verhalen kun je onderverdelen in anonieme verhalen (bijvoorbeeld de pelgrimslegenden), institutionele verhalen (van bijvoorbeeld bekende schrijvers) en persoonlijke verhalen (zoals te vinden op blogs en Facebook). Verhalen kunnen echter ook overgaan van de ene categorie naar de andere, zoals persoonlijke verhalen die via televisieprogramma’s veranderen in institutionele verhalen en persoonlijke verhalen die geanonimiseerd (en al dan niet vervormd) de ronde gaan doen langs de Camino. Moderne media verschillen door hun aard in de type verhalen waar ze geschikt voor zijn (quick & dirty, lange verhalen).
Identiteiten van pelgrims werden in het verleden vaak als tegenstellingen beschreven, bijvoorbeeld religieus – niet-religieus. De verhalen van echte pelgrims switchen echter van de ene naar de andere kant en kunnen beide tegengestelde elementen bevatten. Verhalen worden door pelgrims in wording als inspiratie en voorbereiding gebruikt. Eenmaal op de Camino worden de ervaringen eraan getoetst en na terugkeer maken ze hun eigen pelgrimsverhalen en inspireren die verhalen weer anderen.
Suzanne geeft aan dat het nooit de bedoeling was geweest dat er een hoofdstuk over authenticiteit in het proefschrift kwam. Authenticiteit speelt echter een belangrijke rol in het ontstaan van de pelgrimsidentiteit. De door de pelgrim gemaakte keuzes creëren zijn of haar eigen identiteit en maken die al dan niet voor de andere pelgrims herkenbaar als een echte, authentieke pelgrim. De dagelijks tocht moet bijvoorbeeld toch wel minstens 15 kilometer zijn, terwijl 40 kilometer weer teveel van het goede is. Het voldoen aan de juiste mix maakt dus iemand in de ogen van andere pelgrims tot een ware pelgrim. Authenticiteit is daarmee ook het resultaat van een onderhandelingsproces. Op de Camino mag iedereen zichzelf zijn, maar toch is er ook veel discussie over hoe andere pelgrims zich gedragen. Dat wat pelgrims zoeken kan heel verschillend zijn (stilte of drukke sociale contacten, natuur of cultuur), maar kan ook op verschillende momenten anders zijn. Pelgrims zien zelf die tegenstrijdigheden niet als een probleem en koesteren deze paradoxen, terwijl wetenschappers moeite hebben om met die paradoxen om te gaan en daar het één en ander van zouden kunnen leren.
Als afsluiting van haar verhaal geeft Suzanne nog aan dat haar onderzoek in de komende tijd op een aantal verschillende manieren gepubliceerd zal worden. In de Jacobsstaf en in het Yearbook for Ritual and Liturgical Studies zullen artikelen van haar hand verschijnen. De Camino Academie zal een Camino Cahier uitbrengen over deze publieksdag, en ze is in gesprek over een handelseditie van haar dissertatie.
In de discussie met de zaal wordt ingegaan op de volgende onderwerpen:
• De ervaring van de aankomst in Santiago de Compostela: wat gebeurt er met het verlangen waarmee de tocht begonnen is; is dat verlangen vervuld? Gaat het om de beleving van de weg er naartoe of gaat het om de aankomst. Voor sommigen in de zaal was de aankomst een deceptie of anticlimax, voor anderen een bijzonder moment.
• Gevraagd wordt naar de wijze waarop Suzanne het onderzoek onderweg uitvoerde. Zij vertelt dat het maken van opnamen van gesprekken met een microfoon niet werkte. In plaats daarvan schreef zij aan het eind van de dag de hoofdpunten van de gevoerde gesprekken uit. Dat maakte de tocht echter wel extra intensief.
• De invloed van de eigen ervaringen op het onderzoek: dat ze zelf de Camino gelopen had maakte haar meer geaccepteerd bij de gesprekken met pelgrims en had voor haar ook meerwaarde doordat ze de verhalen kon spiegelen aan haar eigen ervaringen. Tegelijkertijd loop je als onderzoeker het risico dat jouw eigen verhaal het proefschrift teveel beïnvloedt en dat je niet meer objectief kunt zijn. Suzanne geeft aan dat ze dat ondervangen heeft door steeds na te gaan of haar eigen ervaringen representatief waren voor de ervaringen van de pelgrims die uit het onderzoek naar voren kwamen.
• Geconstateerd wordt dat het ‘post-camino verhaal’, d.w.z. de reflecties en inzichten waarmee mensen thuis komen van hun pelgrimstocht en de vraag wat daarmee gebeurt, een interessant onderzoeksobject voor de toekomst is.
Thijs Hanrath, pelgrim-troubadour, zingt enkele pelgrims- en wandelliederen. Zo zingt hij over:
• Ik wandel weg uit alle verklaring / hoe ’t is hoe ’t was hoe ’t moet zijn
• Als ik maar ben die ik ben in mijn hoofd en lijf / dan kan ik wonen waar ik verblijf
• Dag na dag roept ons de route / weg van afscheid en ontmoeten
Uit: “Wonen waar ik verblijf”. Zie ook https://www.youtube.com/watch?v=ieivfP1IpaU
De kunst van het ritualiseren
Dr. William Arfman, onderzoeker aan de Universiteit van Tilburg, vertelt over de dynamiek van hedendaagse collectieve rituelen. Rituelen hebben drie kenmerken, t.w. het gaat om handelingen met een symbolische waarde die in een traditie zijn ingebed. Een voorbeeld uit onderzoek van Arfman is het plaatsje Mitla in Mexico. De pelgrims die deze plaats bezoeken geloven dat hier de toegangsweg ligt naar de hemel, het hiernamaals, de onderwereld en dat je hier contact kunt hebben met je voorouders. De gebruikte offers (cacaobonen, dranken, wierook) hebben een lange voorgeschiedenis. In Europa hebben we een tijd gehad waarin we af leken te gaan op een ‘leven zonder rituelen’ (titel van een boek van Gerard Lukken uit 1984) naar een tijd waarin sprake is van ‘rituelen in overvloed’ (titel van een boek van dezelfde auteur uit 1999). Het ritueel als ‘voor gegeven’ verschoof naar ritueel als ‘vorm gegeven’ (d.w.z. dat iedereen zijn eigen betekenis of doel kan geven aan een ritueel dat in een bepaalde vorm gegoten is). Als voorbeeld beschrijft hij het project ‘Allerzielen Alom’ van de kunstenares Ida van der Lee. Dat geeft gelegenheid om de doden te herdenken op een manier die, niet gebonden aan een religie, aansluit bij de moderne tijd. De traditie wordt gebruikt als inspiratiebron. De aspiratie is er om van het nieuwe gebruik een traditie te maken. In deze opzet kunnen bijv. namen van de overleden gezongen worden of kan gebruik gemaakt kan worden van drijflichtjes. De tijdspanne voordat iets een ritueel genoemd wordt kan tegenwoordig veel korter liggen dan vroeger; na enkele jaren kan al gesproken worden van een traditie. In de huidige tijd is de kunst van het ritualiseren een constante klus waarin het vinden van inspiratie maar ook het zoeken van stabiliteit samengaan. Zowel samen werken als loslaten spelen daarin een eigen rol.
In de discussie met de zaal wordt ingegaan op de volgende onderwerpen:
• Is er verschil of de bron van rituelen religie is, of dat een kunstenaar de bron is? William geeft aan dat kunstenaars er goed in zijn om met materialen mensen aan te zetten tot gevoelens / ervaringen.
• Vraag is of rituelen als zodanig wel bestaan. In feite gaat het om handelingen die wij zo noemen en die wij een betekenis meegeven. Aan gewone handelingen kunnen soms ook rituele aspecten zitten, zonder dat dat op voorhand expliciet de opzet is.
Informele uitingen van hedendaagse spiritualiteit langs de Camino Francès.
Dr. Bert Groenewoudt, senior onderzoeker bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed vertelt hoe hij bij het lopen van de Camino getroffen werd door diverse (moderne) bouwsels die een spiritueel karakter lijken te hebben. Veel daarvan is op één of andere manier aangehaakt bij het verleden. Hij laat diverse foto’s zien van dergelijke bouwsels. Deze kunnen zijn opgebouwd met wat pelgrims van huis hebben meegenomen, maar ook met wat ze onderweg hebben gevonden. Wanneer het is ontstaan, wat de oorspronkelijke kern is en of er veel of weinig pelgrims aan hebben bijgedragen is niet te achterhalen, maar elementen van de oorspronkelijke, christelijke beeldtaal van de Camino komen er in terug. Sommige rituele plekken kennen één thema (bijv. rouw/herdenking). Bekend zijn de rasterwerken langs wegen en vliegvelden waarin kruisen van allerlei vormen en allerlei materiaal geweven zijn. Voorbeelden van bouwsels die aanhaken bij het oude zijn bijv. een beeld van de Vierge de Biakorri waar pelgrims allerhande materiaal (briefjes, foto’s, bidprentjes, zelfgemaakte kruisjes, stenen met opschrift, rozenkransen) op hebben achtergelaten. Als nieuwe uitingen van spiritualiteit kunnen bijvoorbeeld steenhoopjes met briefjes langs de Torre del Rio beschouwd worden. Een ander voorbeeld zijn constructies van stenen (steencirkel of stenen in hartvorm) die (waarschijnlijk) door meerdere pelgrims zijn gemaakt en die ook onderhouden of hersteld worden als ze beschadigd raken door werkzaamheden. Sommige bouwsels zijn waarschijnlijk gemaakt door een lokale kunstenaar en daarna aangevuld door passerende pelgrims. Door al die handelingen en aanvullingen op bestaande bouwsels zijn het rituele plekken geworden. Deze bouwsels komen vooral voor op verder van de bewoonde wereld gelegen plekken, zoals op bergtoppen en in bossen. Net als in de prehistorie het geval was. Bert signaleert dat er sprake is van een verschil tussen de Camino’s in de mate waarin dit verschijnsel voorkomt. Hij is het m.n. tegengekomen op de Camino Francès (met uitzondering van de Meseta); in Frankrijk en op de Via de La Plata is hij het nauwelijks tegengekomen. Verder viel hem op dat de taal op briefjes en stenen m.n. Engels en Italiaans is; geen Spaans of Frans.
In de discussie met de zaal wordt ingegaan op de volgende onderwerpen:
• Het lijkt dat niet alleen van katholieke invloed sprake is, maar ook van (neo-)keltische invloeden. In de moderne bouwsels lijkt sprake van een grotere pluriformiteit.
• Vaak zie je wel beginnetjes van een bouwsel, maar niet allemaal groeien ze verder uit.
• Vaak gaat het degene die een handeling uitvoert om het mee doen en niet zozeer om de betekenis van de handeling zelf. Vergelijk het leggen van een steentje op de Cruz de Ferro.
• Paul Post wijst op overeenkomsten met bouwsels die in Afrika voorkomen.
• Een aparte categorie wordt gevormd door monumenten voor een overleden pelgrim.
Wie is de moderne pelgrim?
Joëlle van Dijk, MSc, studeerde af in Management of Cultural Diversity met een scriptie over pelgrimeren naar Santiago de Compostela (begeleid door Suzanne als docent). Ze onderzocht de verschillen in motieven van pelgrims afhankelijk van hun al dan niet religieuze achtergrond. Voor haar onderzoek liep ze van Ponferrada naar Finisterre en onderweg nam ze interviews en enquêtes af. Voorafgaand aan haar onderzoek dacht ze dat het christelijk motief wel sterk aanwezig zou zijn onder de pelgrims. De meeste van de door haar geënquêteerde pelgrims waren wel religieus opgevoed, maar beschouwden zich ten tijde van de pelgrimage niet meer als religieus. Het bleek zelfs dat veel pelgrims niet wisten dat de Camino een christelijke grondslag heeft. Bij veel pelgrims speelt echter spiritualiteit een grote rol. Motieven voor pelgrims om te pelgrimeren bestaan vaak uit een diversiteit aan persoonlijke beweegredenen, met ook verschillende lagen aan motieven. Het nemen van grote beslissingen of het zichzelf willen bewijzen spelen ook vaak een rol. Ook het communitas-karakter van de tocht, d.w.z. het deel uitmaken van een (pelgrims)gemeenschap of pelgrims-’familie’ kan een motief zijn. Wie is dan uiteindelijk een echte pelgrim? Pelgrims onderling hebben nogal eens commentaar op elkaar over de ‘echtheid’ van een pelgrim; eigenlijk is dat in strijd met de andere sfeer op de Camino waarin het elkaar accepteren een belangrijk uitgangspunt is. Wat spiritualiteit is loopt volgens pelgrims sterk uiteen. Voor sommigen gaat het om God en religie of het bovennatuurlijke, voor anderen om de innerlijke zoektocht of de betekenis in het leven. Concluderend geldt voor pelgrims de connectie met het zelf, met de ander, met de natuur en met het transcendentele als basis voor het pelgrim-zijn.
In de discussie met de zaal wordt ingegaan op de volgende onderwerpen:
• Het Christelijke karakter van de tocht mag dan onder druk staan, toch blijft het een feit dat mensen met een andere religieuze achtergrond de Camino niet of nauwelijks lopen.
• Gesproken wordt over pelgrims die zich ergeren aan anderen. Stelling: je bent pas echt een pelgrim als je je er niet aan ergert.
• Kan sprake zijn van sociaal-wenselijke beantwoording door de pelgrims die aan het onderzoek deelnamen? Joëlle denkt van niet, aangezien ze in gesprekken heel eerlijk en ‘echt alles’ vertelden. De Camino is voor pelgrims een plek waar ze dingen vertellen die ze in het normale leven niet zouden vertellen.
Thijs Hanrath, pelgrim-troubadour, zingt weer enkele pelgrims- en wandelliederen. Zo zingt hij over:
• Mijn weg geeft mij richting ik denk en ik doe
• Un, dix, cent, mille kilomètre á pied
• En tot slot uit ‘Het pelgrimscafé Santiago’: Schelpen genoeg verhalen te over
‘n pilsje dat is hier niet duur.
Pelgrimage en het gebruik van sociale media en moderne apparatuur.
Onder de aanmelders voor deze dag is gevraagd naar de eigen ervaringen met sociale media en moderne apparatuur. Veertig van de 110 deelnemers hebben daar gebruik van gemaakt. De dagvoorzitter, Paul Post, geeft een toelichting op de uitkomsten. Hij geeft aan dat de antwoorden betrekking hebben op sturen van apps, maken van blogs, vlogs, verslagen, foto’s, gidsen, gps-routes, regelen van overnachtingen, onderhouden van contacten met andere pelgrims, volgen van nieuwsmedia. Het kan zowel gericht zijn op het thuisfront als op sponsors. Qua media betreft het apps, mail, Facebook, Instagram, gps/Maps.
Zo’n 5-7 respondenten waren positief en 10 waren negatief (onthouding van social media). Van de respondenten namen 20–25 een tussenpositie in (bescheiden gebruik).
In de discussie met de zaal wordt ingegaan op de volgende onderwerpen:
• Door de smartphone zijn in de loop van de jaren de gesprekken die je voerde met de andere pelgrims afgenomen.
• Wat is het verschil als je je ervaringen deelt met medepelgrims of met bloglezers? Waarom zou dat eerste beter zijn dan het tweede?
• Laat anderen hun Camino inrichten zoals ze zelf willen, ook qua gebruik van deze middelen. Een pelgrim moet er helemaal niets van vinden hoe anderen dat doen. Iedereen loopt op z’n eigen manier.
• Verandert het vertellen van verhalen via deze middelen ook de thuiskomst. Hebben mensen die blogs schrijven thuis nog wel iets over hun tocht te melden?
Even voor 17.00 uur wordt deze publieksbijeenkomst afgesloten door Paul Post. Hij bedankt alle sprekers, de troubadour en de organisatoren voor hun bijdrage en nodigt alle aanwezigen uit om onder het genot van een drankje nog even na te praten.